We zijn in Bishop aangekomen! De auto doet het gelukkig weer goed. Voordat we vanmorgen wegrijden van de camping, checkt Thom nog een keer of de ring goed vastzit en weet ‘m nog iets strakker aan te draaien. We zullen ergens de komende dagen even langs een auto repair shop rijden om te laten checken of het goed zit zo.
We staan op een prachtige camping midden in de natuur vlak langs een beekje. Er staat bijna niemand. Het is van BLM (Bureau Land Management) en ze noemen dit een primitive campground. Dat betekent dat de plekken iets meer georganiseerd zijn dan als je gaat boondocken en er meestal een camp host aanwezig is die de boel een beetje in de gaten houdt. We betalen nu 8 dollar per nacht en hebben 360 graden uitzicht, echt waanzinnig. Het is zo idioot om dan langs een RV Park te rijden hier vlakbij het dorp dat helemaal vol staat met campers, die schouder aan schouder naast elkaar staan geparkeerd. Ik vind het toch elke keer weer wonderlijk dat mensen daar voor kiezen in plaats van de ruimte op te zoeken op zo’n BLM camping.
Na de camper neer te hebben gezet, rijden we naar Bishop. Thom moet wat dingen doen voor zijn werk en ik update onze downloads van Netflix. Ik wilde ook heel graag Masterchef Australia verder kijken (geweldige serie) maar helaas worden torrent geblockt door de wifi van de Starbucks. Ik klaag niet, want verder komt het allemaal super snel binnen. We zijn op dit moment bezig met Narcos seizoen 3 en vooralsnog erg leuk!
Bishop is zo’n typisch Amerikaans dorpje met een grote vierbaansweg dwars door het centrum en langs beide kanten allemaal winkels en horeca. Wat echter uitzonderlijk is, is dat hier een Nederlandse bakker zit! Jawel! Bakkerij Schat!
Al vijf generaties bakkers bakken hier brood. Ik moet eerlijk zeggen dat je nog wel echt Nederlands brood ziet liggen (zwaar volkoren met rozijnen en krenten bijvoorbeeld), maar verder is het toch behoorlijk veramerikaanst! Prima hoor, het geeft een eclectisch decor van Delfs Blauw, klompen aan het plafond en Indianen tooien in de vitrinekast! In 1950 komt Jacob Schat aan bij Ellis Island in New York en vindt zijn weg naar California. Na in het leger te hebben gezeten, heeft hij genoeg geld om ook zijn ouders en broers en zusjes over te laten komen. De familie Schat is al sinds 1893 in de bakkerij en deze traditie zetten ze hier met heel veel succes voort! Dit is niet de enige bakkerij die ze hebben. En zeg nou zelf, wie wil niet dat lekkere Nederlandse brood in plaats van dat plakkerige zoete Amerikaanse brood. Ok dat is een beetje overtrokken, wij bakken meestal zelf, maar ik moet ook zeggen dat je steeds vaker ‘gewoon’ brood in de supermarkt kan vinden, al is het dan wel heel duur.
Nog een leuk weetje voordat ik er een eind aan brei: we staan hier net voorbij het plaatsje Tom’s Place en aan de voet van Tom’s Peek! Geinig he?
June Lake vanmorgen voordat we doorreden. Erg mooi meertje.
Onze plek, nummer 48 op de kaart.
Er kwamen ook best wel wat Nederlanders binnenlopen terwijl wij er waren. Wat is het toch typisch dat je die er meteen uit pikt! Hoe kan dat toch? Wij kwamen tot de conclusie dat Nederlanders wat gereserveerder uit hun ogen kijken en Amerikanen over het algemeen een openere blik hebben en sneller lachen als je oogcontact hebt.
Deze installatie kwam nog van Burningman gereden. Nog helemaal onder het stof.
Beek die langs onze camping loopt. Ik kan er niet echt naar steentjes zoeken, water stroomte te snel, misschien op een andere plaats. Het stikt hier namelijk wel van de bijzondere stenen!
Geen idee waarom ze dit hebben gebouwd.
Oeps…wat ligt er nou op het pad….berenpoep! Ook hier veel waarschuwingen over eten en dat je dat vooral niet buiten moet laten liggen. Het schijnt deze deze zwarte beren (die eerder bruin/blond zijn) een reukvermogen hebben dat zeven keer hoger is dan een bloedhond (wat is dat eigenlijk een bloedhond…even checken…jeetje het is gewoon een bepaald soort ras, afkomstig uit Belgie, geliefd bij de Franse koningen….bijzonder goede speurhond…weer wat geleerd!)