Weet je nog dat ik de vorige keer zei, dat we vrijdag langs de rivier wilden gaan kamperen, ook al mag het officieel nog niet (pas vanaf de 14e)? Doen we een keer eens iets dat niet mag, staat vanmorgen de ranger voor onze ‘deur’! Oeps! We zeggen maar eerlijk dat we de dag er voor rond zes uur op dit plekje zijn aangekomen en het zo leuk vonden, dan we besloten er te kamperen, ook al wisten we dat dat niet de bedoeling was. Gelukkig is hij heel vriendelijk, wil onze back country permit graag even zien en drukt ons nogmaals op het hart dat het eigenlijk niet de bedoeling is. Maar hij kan het zich ook wel voorstellen dat we de tent hebben opgezet, want het is duidelijk een plek waar mensen vaker kamperen. Hij is blij dat we geen kampvuur hebben gemaakt, dan had hij ons wel een boete moeten geven, zegt hij, het is namelijk nog veel te droog in deze omgeving. Dat hadden wij ook wel gezien en ook al hadden we hout in de achterbak liggen, we waren niet geneigd dat te gebruiken.

We babbelen nog even en de moose achtervolging van Thom komt ter sprake. Hij moet wel lachen en vertelt dat hij zelf een keer is aangevallen door een eland met een kleintje, terwijl hij op het water in een kano zat! Hij vertelt dat ze toch wel vrij agressief kunnen zijn. Hij komt zelf uit Minnesota en daar raken mensen vaker dan soms gewond als ze een moose aanrijden met de auto. Het lijf van het beest komt ongeveer tot het dak van je auto en hij vertelt dat ze zo pissed off zijn dat je ze hebt aangereden (je hoeft niet te denken dat zij opzij gaan voor jou, in hun hoofd ben jij degene die moet uitwijken), dat ze vaak door de voorruit heen trappen en er zo al aardig wat mensen de dood hebben gevonden! In reactie op Thom zijn gevoel dat hij had moeten fietsen voor zijn leven, vertelde hij ook nog dat hij een paar weken geleden vlakbij de camping waar we staan, een confrontatie had met een big horn sheep: ‘I screamed like a girl and ran for my life!’  

Hij zegt dat we gerust de rest van de dag kunnen blijven staan, maar we waren toch al van plan om een beetje de boel bij elkaar te pakken. Het is ’s ochtends lekker koel, maar daarna warmt het snel op en de rivier is verfrissend, maar stroomt hier te hard om in te zwemmen. Ik vind nog een paar interessante steentjes en dan rijden we weer terug naar de camping. Bedenk me later dat we daarmee nog een regel overtreden, want we zijn in een nationaal park en daar mag je niks uit meenemen, nog een keer oeps! Ik zal ze hier nog wel even goed bekijken en anders gooi ik ze hier weer in de rivier!

Nou, dat was een geslaagd tripje! Het grappige is dat we nóg meer het gevoel hebben dat we op vakantie zijn als we zo met een tentje op stap zijn. We hadden ook wel redelijk goed geslapen (heel goed slapen doe ik nooit op een matje, ook al hebben we nu best goede goede) en de plekken waar je komt zijn prachtig! Toch zou ik de camper voor geen goud willen inruilen voor een tent!

Waarschuwingsbord bij de ingang van het park

Nog meer petrogliefen!

Prachtig uitzichtpunt!

Ons kampeerplekje!

Boekje lezen in de laatste zon.

Ons kampeerplekje

Steentjes zoeken!

Oude afzettingen voor dieren, vlakbij het huisje van de foto hieronder.

Een oude ranch. Ben even de naam vergeten, dus kan het verhaal niet opzoeken, maar het spreekt wel tot de verbeelding!

Als je goed kijkt zie je onder de viezigheid nog een tegelpatroon van iets van linoleum.