Hè hè eindelijk zwakt de wind een beetje af en gaan we weer op pad! We hebben ons prima vermaakt op Norman, maar hebben nu wel zin in ‘a change of scenery’. Rond een uur of tien varen we weg uit de baai en als we de hoek om zijn, draaien we tegen de wind in en hijsen het groot zeil. Thom heeft er twee riffen in gezet. De derde moet vanaf 30 knopen, maar dit is niet de meest best verzorgde boot en er klopt niks van de touwen voor het derde rif, dus Thom waagt zich er liever niet aan.

De boot voelt goed aan, dus een stukje verderop laten we ook het fok een stukje uit en we varen een knoop of 6 a 7 scherp aan de wind. Het is niet makkelijk om op te kruisen met een catamaran, ik snap nu wel waarom er geadviseerd wordt om ‘daggerboards’ te nemen als je denkt vaak scherpe koers te moeten varen (beetje afhankelijk van waar je zeilt). Deze boards laat je in het water zakken als een soort kielen, waardoor de boot dieper steekt en minder verwaait. Die hebben wij niet (er zijn maar twee merken die deze boards standaard leveren: Catana en Outremer) en dus moeten we ons best doen om een beetje hoogte te winnen. Het waait toch nog steeds pittig en Thom ziet op een gegeven moment heel scherp hardere wind aankomen en snel halen we het fok een stuk naar binnen. Plotseling schiet de windmeter omhoog van 22/23 naar 28, 29, 30 met een uitschieter van 33 knopen! Dat is ongeveer windkracht 8! Het gaat prima en na een kleine tien minuten zakt de wind weer naar rond de 20 a 25, maar het is pittig zeilen met flinke golven. We besluiten na een aantal rakken dat we het wel mooi vinden en starten de motor om een stukje te motorzeilen zodat we wat scherper aan de wind kunnen blijven (en dus wat meer op koers) en uiteindelijk laten we het grootzeil neer en varen we het laatste stuk tegen de wind in. We kijken eerst bij een baai bij Salt Island, maar de wind staat niet goed, het is er erg onrustig. Iets verderop ligt Cooper Island en die heeft ook wel een mooie baai. Als we er op af varen zien we redelijk wat boeien vrij, er liggen ongeveer vier andere boten. Het water blijft tot vlak voor de baai onrustig en als we een bal zien vlak bij het strand, besluiten we die te proberen. Aan de bal zit een kleiner balletje met een touw, dit balletje en touw vis je uit het water met een grote haak en aan het touw zit een lus waar je de touwen van de boot doorheen kan halen. Omdat wij twee kielen hebben, laten we een touw naar beide kielen lopen waardoor de bal min of meer in het midden ligt. Hierdoor lig je wat stabieler. Ik vind het toch wel heel erg spannend om op deze bal af te varen, want er liggen twee andere boten vlakbij en ik weet niet waarom, maar iedereen staat te kijken. We weten ‘m bijna in één keer te pakken, ik moet nog een klein beetje bijdraaien zodat Thom ook het andere touw door de lus kan rijgen. De adrenaline gaat dan wel even door me heen, soms ben je je er even heel erg bewust van dat de boot zo groot is. Maar je kunt zó goed controle houden, zelfs met wind, dat je de boot precies kan laten doen wat je wilt, bijna zonder vertraging.

Nu liggen we echt heel dichtbij het strand, je kunt er met gemak naar toe zwemmen. Het is met 13ft wel redelijk diep en pas vlak langs het strand wordt het wat ondieper. We lunchen en chillen een paar uurtjes en zijn blij dat we hier niet al te laat zijn aangekomen (rond half 1) want het loopt snel vol. Ik denk dat hier nu iets van 18 boten liggen. Aan het eind van de middag gaan we nog even op stap met de dingy. We kunnen hier leuk vlak langs de kust varen en stoppen bij twee andere strandjes. We kunnen het bootje helaas het strand niet opvaren, want de motor lijkt niet omhoog te kunnen, dus bij eentje houdt Thom de boot even vast in het water en bij het tweede strandje leggen we ‘m aan een boei vlakbij het strand. Ik vind nog een paar mooie schelpen. Ik was blij om na wat onderzoek te lezen dat ik schelpen zonder probleem mee de VS in mag nemen, maar misschien moet ik ook nog even de regels voor Curacao opzoeken, al denk ik niet dat een tropisch eiland streng controleert op de invoer van schelpen, maar goed Thom heeft wel gelijk, het is wel slim om het even te checken (inmiddels gecheckt en schelpen is geen probleem). 

We liggen vlakbij het strand. Ook hier ongelooflijk veel verwoest. Ze zijn wel druk bezig met de opbouw en ik denk dat dit resortje:

over een paar maanden weer in bedrijf is. Alle gebouwen zien er spiksplinternieuw uit, dus of het oude nou allemaal tegen de vlakte is gegaan, daar lijkt het wel op.

Achter de rots partij zie je het baaitje waar we liggen.

Stukje varen met de dingy

Schattig roze huisje direct op het strand. Geen idee of er iemand woont of dat het een vakantiehuisje is.

Nog even een paar van de boot van binnen. Het is net een hotel kamer. Ik kan er gewoon rechtsop in staan, Thom niet overal. Grote douche! Dit is echt totaal anders dan een monohull.