We hadden voor vandaag een mooi roadtripje gepland naar Cripple Creek. De route is echt waanzinnig mooi. Heen naar Cripple Creek rij je over een afstand van 35km via een onverharde weg langzaamaan door een canyon omhoog, langs steile afgronden en kliffen, langs een prachtig kabbelend beekje dat omringt is door enorm veel zonnebloemen. Ik had een paar punten op Googlemaps gespot waar we bij het beekje konden komen om te rockhounden. Thom laat het echte zoekwerk meestal aan mij over, maar bij de eerste stop zat hij een beetje in het heldere water te turen, toen hij me riep en zei dat er wel erg veel gouden glimmertjes langs de rand te zien waren. Wij hadden natuurlijk geen idee of dat echt goud was, de enige ervaring die we hebben, is het kijken naar series als ‘Bering Sea Gold’, maar het zag er toch wel erg geel glimmend uit. Gelukkig hadden we wat boodschappentassen en een schepje in de auto liggen, dus Thom stelde voor om het uit het water te scheppen en thuis aan de gang te gaan met een goud-pan. Super grappig om te doen en iets verderop waar we weer konden stoppen, zagen we nog veel meer liggen! We hebben vorig jaar wel vaker op onze hurken langs beekjes gezeten met een goudpannetje en dan zagen we helemaal niks. Bovendien: de oorsprong van dit beekje komt uit de omgeving van Cripple Creek en laat zich daar nou net de grootste goudmijn van de VS bevinden. Dan komt goud in zo’n beekje niet helemaal uit de lucht vallen! Op Googlemaps kun je zelfs zien dat de mijn groter is dan het plaatje zelf. Op het hoogtepunt van de Gold Rush had het stadje zo’n 35k inwoners, inmiddels is dat geslonken naar maar 1500. Het stond op het punt een spookstad te worden, maar na een casinovergunning is het nu vooral een ietwat sfeerloze toeristen- en gokbestemming.
Het goud dat in Colorado gewonnen wordt, is heel fijn en ziet er uit als platte kleine vlokjes. Ik las dat je in Colorado zelden ‘nuggets’ (steentjes) vindt. Een dame in Victor, een klein schattig plaatsje naast Cripple Creek waar we even wat hadden gegeten, verkocht ons een goud-pan en liet ons zien hoe ‘fools gold’ en hoe echt goud er uit ziet. Fools gold lijkt op goud, maar heeft een meer zilverachtig uiterlijk, terwijl echt goud veel geler is. We werden hier nog enthousiaster van want ‘ons’ goud was toch echt net zo geel als wat hier voor ons lag.
Eenmaal thuis gingen we meteen aan de slag met onze ‘pay dirt’, maar nu werd ons enthousiasme toch wel iets getemperd! Het is super moeilijk om die hele kleine vlokjes uit de zwarte modder te krijgen haha! Na wat youtube video’s hadden we wat meer houvast en volgens mij heb ik nu wel een manier gevonden om het grofweg te scheiden. Thom gaf al snel aan dat hij niet het idee had dat hij hier geduld voor had… J. De komende dagen ga ik eens kijken hoe ver ik kom, wordt vervolgd!