Foto: De zakjes hier bij de groenteboer worden uit NL gehaald 🙂
Nog meer dan waar we tot nu toe ook zijn geweest, horen we hier dat mensen een link hebben met Nederland. Een generatie ouder dan wij hebben vaak ouders die na de oorlog hier naar toe zijn gekomen. Een paar dagen geleden spraken we met iemand op het strand die vertelde dat na de Tweede Wereldoorlog Nederland een beetje vergeten leek te zijn in het herstelplan van Europa en dat de Nederlandse overheid emigratie naar Canada stimuleerde.
Het schijnt dat in 1948 één op de drie Nederlanders dacht aan emigratie en één op de twintig waagde ook daadwerkelijk de stap.
“De bevolking van Nederland neemt sneller toe dan in enig ander land in West Europa. We moeten er rekening mee houden dat ongeveer honderdduizend Nederlanders per jaar als landverhuizers ons land zullen moeten verlaten”, zo sprak ingenieur Van den Broek, oud-minister van Financiën, het bioscooppubliek vanaf het witte doek dreigend toe in november 1945.”
“In zijn nieuwjaarstoespraak van 1950 zei premier Drees: “Een deel van ons volk moet het aandurven zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan eigen land”. De premier liet koningin Juliana in de troonrede van 1950 vervolgens melden: “De snelle bevolkingsgroei en de beperkte oppervlakte beschikbare grond vereisen een krachtdadige bevordering van de emigratie”.”
Overtocht werd betaald en vaak kregen mensen ook een paar honderd gulden ‘landingsgeld’. Voor weinig geld kon men taalcursussen volgen en voor een emigratie naar Canada was het nuttig om een omscholingscursus te volgen voor veel mannen, omdat ze hier vooral behoefte hadden aan agrariërs. Canada was wel kritisch naar Nederland toe over de kwaliteit van deze landbouwers! Een cursus koeien melken van een half jaar, maakt je natuurlijk nog geen boer 🙂
Een pikant detail is dat de Nederlandse overheid niet iedereen gelijke kansen gaf. Mensen met zogenaamde ‘overschot’ beroepen of grote gezinnen kwamen makkelijker in aanmerking voor een subsidie dan Nederlanders met beroepen die niet gemist konden worden.
Van iemand hier op de camping hoorde ik dat eind 19e begin 20ste eeuw ook al veel Nederlands naar Canada kwamen om van het deltagebied rondom Vancouver een soort poldergebied te maken waar landbouw kon worden beoefend. De grond was heel vruchtbaar en de Nederlanders stonden bekend om hun dijken en polders. Hij zei “Anyone who could put their finger in a dike, was welcome!” 😀