Foto: Ik ben bietjes aan het ‘pickelen‘! Heb een grote zak gekocht bij de Hutteriten. Morgen zijn de mini komkommers aan de beurt 😀
Vanmorgen was de rook nog net zo dik als gisteren. De luchtkwaliteit schoot omlaag gistermiddag en dat kon je goed zien: waar de rook de afgelopen dagen aan de horizon te zien was, leek het nu meer op een mist die direct boven de straten hing. Als we niet nog aan het wachten waren op wat pakketjes, dan waren we nu verder getrokken.
Het is geen alledaags verschijnsel en het is hier het gesprek van de dag. Mensen die we spreken, vinden het zo jammer voor ons dat we niet de prachtige wijdheid van het landschap kunnen zien. Wij ook! We wilden eigen de MTB shuttle de bergen in nemen, die elke ochtend vanuit het centrum vertrekt en je aan de top van een mooie downhill trail brengt, maar door de rook was het geen goed idee om dit vandaag te doen. Thom had gezien dat er een farmersmarket in de stad was, dus rond elf uur zijn we die kant op gereden.
Erg leuk sfeertje met heel veel kraampjes. Net als bij een standje langs de weg een paar dagen geleden, stonden hier heel veel ‘Zeeuwse meisjes’ en we waren super nieuwsgierig wat dit voor religieuze afsplitsing was van het één of ander. Laat dat maar aan Amerika over, je ziet af en toe mensen die zo uit het verleden gestapt lijken te zijn, die niet mee zijn gegaan met de tijd, maar ergens in traditie zijn blijven hangen.
Uiteindelijk in gesprek met een auteur in een boekhandel, die daar zijn boek over culturen in Montana aan het promoten was, kwamen we er achter dat ze behoren tot de Hutterieten. Ze leven in een soort kolonies (communal farms) gebaseerd op een deel van het Nieuwe Testament. Ze zijn verwant aan de Amish en Mennonieten. In de 17e eeuw ontstaan in Oostenrijk, maar vervolgd door Europa om uiteindelijk te settelen in Noord-Amerika. Ze zijn pacifisten in hart en nieren en mogen volgens hun geloof niet deelnemen aan militaire activiteiten of bijdragen aan oorlogsbelastingen, met als gevolg dat ze op veel plekken niet welkom waren. Rond 1875 vertrekt een grote groep naar de VS om zicht daar te settelen. Een interessant detail is, dat er ook communes in Australië, Nigeria en Japan te vinden zijn!
De kolonies leven grotendeels van landbouw en zijn bijna helemaal zelfvoorzienend. De werkverdeling is gebaseerd op de traditionele rolverdeling tussen man en vrouw. Het is een hiërarchische samenleving waar leidinggevende posities via stemming (alleen mannen) worden toebedeeld, hetgeen een democratische structuur tot gevolg heeft. Er is bijna geen sprake van privé eigendom, huizen en voorraad zijn eigendom van de commune. Lunch en diner worden genuttigd in een eetzaal, waar mannen en vrouwen gescheiden zitten. Elke kolonie bestaat uit zo’n 10 a 20 gezinnen, wordt een ‘kolonie’ te groot, dan splitst een deel af in een ‘dochter’ kolonie. De nieuwe lokatie wordt volledig in gereedheid gebracht voordat de verhuizing plaatsvindt. De bestaande kolonie wordt opgesplitst in twee groepen (iets dat niet zonder, in dit geval geheel theoretische ‘slag of stoot’ gaat) en op de laatste avond wordt via een trekking uit een hoed, bepaald of groep A of B gaat verhuizen, hetgeen dan ook binnen een aantal uren al in gang wordt gezet (dit gebeurt niet bij alle kolonies zo gestructureerd).
Over het algemeen is er een aversie voor technologie. Huishoudens hebben geen tv, maar de telefoon is wel algemeen aanvaard, tegenwoordig hebben de meeste bewoners zelfs een mobiele telefoon. Sommige kolonies hebben nu ook internet, tenzij ze vrij conservatief zijn. De communes hebben over het algemeen veel land in hun bezit en doordat er geen privé eigendom is, kunnen ze zich vaak zeer geavanceerde landbouwmachines veroorloven.
Kinderen gaan meestal naar school binnen de kolonie en krijgen les tot een jaar of 15 en soms tot het einde van ‘high school’. In een enkel geval wordt er doorgeleerd aan de universiteit.
Een grappig detail is dat vrouwen een soort zwarte hoofddoek dragen met witte stippen en hoe groter de stip hoe conservatiever de kolonie waartoe de vrouwen behoren!