We zijn gisteren naar Death Valley gereden. Mijn vader vertelde dat hij had gelezen dat er in dit Nationale Park een enorm meer is ontstaan, doordat Hurricane Hilary twee maanden geleden een lading water had gedropt. Death Valley is een heel apart gebied. Het is heel groot, vrij lange gerekt en omringt door een dubbele keten redelijk hoge bergen aan alle kanten. Verder is het ultiem droog en kaal. Het laagste punt is ver onder zeeniveau en hier is al dat regenwater naar toe gestroomd en is er een enorm groot meer ontstaan. De laatste keer dat dit gebeurde was in 2014, ik geloof daarvoor in 2005 en een ranger bij het bezoekerscentrum vertelde dat de keer daarvoor ergens in de jaren 80 van de vorige eeuw was. Het gebeurt dus steeds vaker, zeer waarschijnlijk het gevolg van klimaatverandering.

Omdat het bijzonder is, is onze nieuwsgierigheid gewekt en Death Valley ligt op de route naar Bakersfield waar de nieuwe camper staat. Nog anderhalve week! We kiezen een leuke plek op de Texas Springs camping, net buiten Furnace Creek, het plaatsje midden in het Nationale Park. In de zomer is het hier op de meeste dagen rond de 50 graden, maar nu heel aangenaam met iets van 27 graden overdag. Door de orkaan is het park 2 maanden dicht geweest, omdat het water heel veel wegen had beschadigd. Nog steeds zijn grote delen niet te bereiken. Dus terwijl het eigenlijk nu hoogseizoen is, is het helemaal niet druk!

We hebben vanaf deze campingplek een heel mooi uitzicht over de vallei. Voordat we deze plek kozen, waren we ook nog even over de camping bij het bezoekerscentrum gereden, maar daar vonden we het te druk. Wel heel grappig: weer twee Host campers gezien! Hoe is het mogelijk, zolang helemaal nooit en nu drie (eigenlijk vier want op de dag dat ik dit schrijf, hebben we er nog eentje gespot!).

We gaan als eerste bij het meer kijken. Ze zeggen dat het eind van de maand waarschijnlijk weer weg is, want het is niet diep. De ranger in het bezoekerscentrum vertelde dat het water niet de grond in kan zakken, maar helemaal moet verdampen. Vlak voor de storm was bijna iedereen in het park geëvacueerd, maar hij was hier gebleven. Hij vertelde dat het meer zo diep was als zijn onderbeen en dat ze er met SUP’s en kajaks op gevaren hebben. Thom vroeg of hij er misschien op mocht varen met zijn zeilbootje en we dachten dat hij meteen nee zou zeggen, maar hij was best wel enthousiast. Hij zei alleen dat het waarschijnlijk niet meer diep genoeg is, dus dat is wel jammer want dat was wel heel speciaal geweest!

Het is erg gaaf om te zien. Heel mooi groen en helder water. Het schijnt dat de zoutbodem ontstaan is door mineralen die miljoenen jaren van de bergen via regen in het dal zijn gedeponeerd. Je zult het niet geloven, maar de ranger vertelde dat die zoutbodem 3 kilometer dik is!! Bizar toch?

Na bij het meer gewandeld te hebben, rijden we een stuk terug om te gaan kijken bij een natuurlijke brug in één van de vele canyons die je hier hebt. Het is een klein stukje lopen en altijd leuk om te zien. Het is goed voor wat mooie plaatjes! Omdat we geen internetbereik hebben, gaan we wat wifi pakken bij het resortje in Furnace Creek, voordat we terug gaan naar de camping. Even whatsapp en email checken en ik wil graag een postje online zetten. Het is wel gek, het is hier om 5 uur al donker! Ter vergelijking: een dikke maand geleden in Moab werd het pas om 7 uur donker. Ik moet er wel een beetje aan wennen. Heb rond kwart over vier al de neiging om te gaan koken haha!