We hebben vandaag prachtig gewandeld in de Flat Tops Wilderness. Ik had wat gegoogled en de meest populaire wandeling is naar de Devil’s Causeway, een flinke klim naar de top van een berg en als je de hele wandeling wil doen, is het in het totaal 16 kilometer door prachtige alpenweides en een stukje zo scary dat de meeste mensen daar kruipend over heen gaan! Wij vinden 16 kilometer iets te veel van het goede, zeker als je bedenkt dat het een wandeling is naar 3600 meter. We merken al heel snel met omhoog lopen dat we last krijgen van zuurstof tekort. Lekker hijgen dus! Als we boven de boomgrens komen, moeten we nog een switchback trail doen om bovenop de berg te komen. We zijn alle drie eigenlijk wel een beetje uitgeklommen en hebben ook vanaf hier een prachtig uitzicht. Daar komt bij dat er bewolking binnentrekt en we kunnen niet goed inschatten of het weer kan omslaan of niet. Dan wil je liever niet boven de boomgrens zijn.
Het is echt een prachtige route en we komen ook nog drie mannen tegen met paarden. Ze vertellen dat ze jagers zijn en op Elk gaan jagen. In dit seizoen mogen ze niet met geweren jaren, alleen met pijl-en-boog en een vergunning. Pas in oktober begint het officiele jachtseizoen. De paarden gaan mee om al het vlees te dragen, ze rijden niet op hen. Ze zagen er heel indrukwekkend uit, met een flinke lading bagage. Ze zeiden ook dat ze 11 dagen weg kunnen blijven! Als ze wild schieten, gaan ze terug naar de parkeerplaats om het met de truck naar Steamboat Springs te brengen want ze hebben geen koelelementen bij zich en dan weer terug de natuur in.
Wat heel gaaf is, is dat we als we het gebied inrijden Ilse plotseling zegt dat ze het idee heeft dat ze net voorbij een bocht een beer ziet lopen. En inderdaad, als we de bocht omrijden, zien we hem langs de weg staan. Super gaaf!! Ik had deze trip nog geen beer gezien. Ook wel fijn dat we nog in de auto zitten en niet al op de trail zijn, dat zou wel heel scary geweest zijn haha! Het blijft heel bijzonder om te zien!
Onderweg komen we nog wat andere wandelaars tegen, waarvan één man een Duitser is en als hij hoort dat Ric Duits is, begint hij meteen een heel verhaal tegen haar af te steken. Hij woont al sinds zijn zesde in Amerika.
Op de terugweg komen we weer door Yampa, een slaperig dorpje waar we op de heenweg even waren gestopt. We hadden nog wat eten nodig voor onderweg en er is een prachtige General Store, waar we wat reepjes en chipjes kopen. Zij hebben daar een nog werkende kassa uit 1900, een enorm gaaf apparaat! Er is ook een ouderwetse diner, maar op de deur staat een bordje dat de diner alleen voor hotelgasten is, dus druipen we teleurgesteld af. Later horen we van die andere wandelaars dat zij gewoon binnen hadden gegeten! Beetje jammer wel, want we hadden wel zin in een typisch Amerikaanse milkshake!
Rond vier uur zijn we weer bij de camping en Ilse maakt ‘s avonds weer een prachtig kampvuur! Ik ga nog even het water op met de supplank, want het is helemaal windstil. Ik blijf vlak langs de kant en zie duizenden kleine visjes en tientallen crawdads (kleine kreeftjes) over het zand schieten. Gary, die we bij Twin Lakes hadden ontmoet, had al verteld op Facebook dat de forel hier in het meer deze kreeftjes opeten en daardoor helemaal vervormde buiken krijgen!