Gisteren kwam de buurman even langs om te buurten en na wat kletsen, het is een erg aardige man en vraagt of we het leuk vinden om vandaag een stukje met hem te varen op het meer. Hij komt als sinds kind hier voor vakantie en is dol op geschiedenis dus weet veel van de omgeving. We vinden het wel leuk om ons te laten verrassen en dus stemmen we toe. Ik ben meestal wel een beetje afwachtend om ja te zeggen op zoiets, maar ben super gerelaxt en sta wel open voor zo’n tripje.

Rond half tien stappen we aan boord bij de bootramp hier naast de camping. Zijn naam is Gary en zijn hondje Doc van 12 jaar gaat ook mee. Een klein langharige teckeltje, die zich nog lekker even opkrult in zijn mandje. Het is niet koud, maar wel nog lekker fris voordat het opwarmt.

Het water is nog spiegelglad en het is prachtig om zo het meer op te varen. Er is nog geen kip, dus we hebben het helemaal voor ons zelf. Sowieso varen hier niet heel veel boten vertelt Gary. Zolang als hij hier komt, zijn er wel altijd wat boten op het water, maar het is blijkbaar niet een super populaire bestemming. Misschien zijn er niet genoeg voorzieningen. En misschien is de Ranger die zorgt dat iedereen zich aan de regels houdt, iets te streng voor mensen hun smaak haha! Hij rijdt rondt in een pick-up van de Forest Service, loopt rond met een dikke sigaar en een cowboy hoed op. Hij is heel aardig hoor, zolang je alles volgens het boekje doet. Dus niet kamperen aan de kant waar alleen tenten mogen staan (zoals wij heel eigenwijs deden de eerste avond), of vuilnis in de container gooien als je niet op de camping staat of je tent neerzetten buiten de vaste plekken. Zelf het kleinste camperbusje wordt niet geduld aan de tentenkant. Het is heel logisch dat iedereen daar wil staan, want het is veel leuker, je hebt een mooier uitzicht over het water en je hebt een picknick tafel die wij met een camper moet missen!

We varen naar de overkant waar we een kijkje gaan nemen bij een oude vakantiewoning en hotel van een super rijke man, James Dexter genaamd. Rijk geworden met goud en zilver. Gary weet nog veel verhalen te vertellen over magnaten uit die tijd, die het ene moment uber rijk waren, maar arm als een kerkmuis stierven omdat ze alles weer kwijt waren geraakt. Deze Dexter daarentegen hield zijn fortuin intact. We waren er al langs gefietst, maar wisten niet dat je er ook naar binnen kan. Heel bijzonder want het is gewoon open zonder dat er toezicht is. Het huisje is echt waanzinnig mooi van buiten en van binnen. Al het houtwerk is in Art Deco stijl, wat ik niet helemaal kan rijmen, want die stijl komt omhoog in de jaren twintig van de vorige eeuw, terwijl dit huisje stamt uit het eind van de 19e eeuw. Hoe dan ook, het is in prachtige staat. Gary vertelt dat er geen subsidie is vanuit de staat, het is puur het werk van vrijwilligers uit de omgeving.

Naast de cabine staat in vergaande glorie het Interlaken Hotel. Vroeger kwamen hele rijke gasten hier vertoeven. Ze reden dan met de trein naar Granite, een klein gehucht hier in de buurt en reden van daar met een rijtuig verder. In de digitale beeld bibliotheek van Denver kun je veel oude foto’s zien van toen. Gary heeft zijn laptop meegenomen en nadat we rond hebben gekeken in het huis, laat hij ons zien hoe het er vroeger uit zag. Heel apart om te zien! Nu is het helemaal verlaten en toen was het een drukke chique bedoening.

Als we weer opstappen op de boot, is er vlak bij nog een boot aangemeerd en twee dames zijn druk bezig met paddels en iets in het water. Ze vragen of wij een net hebben, omdat er een vleermuisje vanaf het strand het water in was gekropen en nu rond aan het zwemmen was. Ze wilden het redden. Bijna gelijktijdig zeggen zowel Gary als Thom dat het misschien niet zo’n goed idee is om het beestje te vangen. Het is niet normaal dat het overdag in beweging is en je wil absoluut niet gebeten worden, dan kun je meteen aan een hondsdolheidskuur en misschien nog wel wat andere zaken. Het is wel een beetje zielig, maar ze besluiten om het dan maar te laten.

Terwijl we op ons dooie akkertje terugvaren, klets Gary ons de oren van het hoofd. Hij vertelt dat zijn familie tot 1750 terug te leiden is naar de Denver regio, dat hij twee zonen heeft, een ex en een vriendin. Het is echt een heel aardige man. Hij vraagt om een gegeven moment of we gevaccineerd zijn. Oei dat is een tricky subject op dit moment. We zeggen van wel en hij zegt van niet. Na wat vragen, komt het hoge woord er uit, omdat de overheid zegt dat het moet, zet hij zijn hielen in het zand! Veel Amerikanen houden er niet van als van hoger hand hen iets wordt opgelegd. Al met al echt een heel leuk uitstapje. Het is opvallend hoeveel mensen we deze trip spreken, meer dan anders. Wij staan er ook wel open voor, dat werkt ook mee natuurlijk.